Waar is het vuur
dat het mijne ontsteekt.
Waar is de bron
die mij warmte geeft.
Waar is de rust
die mijn geest vervult.
Waar is de tijd
die de rimpels doet vervagen.
Waar is de kracht
om door te gaan.
Als de sleutel
niet meer past
dan gaan de deuren dicht.
Het licht gaat uit,
het leven wordt onleefbaar
dan wordt mijn
levenshuis afgebroken.
Dank U,
dat gij de loper bent,
die op alle sloten past.
Cees van Wijgerden