Naar buiten turend in de trein
vliegt alles aan mij voorbij.
Een stuk weiland, een dorpje,
dan weer bomenrij.
Toen zag ik het… Mijn leven,
elke keer afwisselend, soms vernieuwend.
Soms verdrietig, soms juichend.
Wel steeds het oude achterlatend.
Maar het mooiste wat ik zag,
rijdend door een donkere tunnel,
er aan het einde licht was.
Ik met al mijn geklungel.
Na een lange reis stopt de trein.
Het moment waar ik nu ben.
Met een nieuwe uitdaging.
Hopelijk met niet al te veel vertraging.
Vertrouwend op de “machinist”.
Toch weer overgevend aan Hem.
Dat is mijn nieuwe toekomst,
anders loop ik toch steeds klem.
Cees van Wijgerden.