De regen slaat tegen de ruiten,
en de dagen gaan maar niet voorbij.
Je kijkt maar eens troostig naar buiten
je denkt: ach, het hoef niet meer voor mij.
Genoeg ellende meegemaakt
genoeg verdriet gehad.
De gein is uit het leven weg
en je bent het eigenlijk goed zat.
En je lacht nog wel van buiten,
maar van binnen is het droefenis.
En als ze vragen gaat het goed,
dan zeg je ja, terwijl je het weet dat het niet zo is.
Maar je moet nou eenmaal verder
dus je sabbelt maar weer voort.
Van binnen klinkt die schreeuw,
die stille schreeuw die niemand hoort.
En je denkt, wat heeft het leven toch voor zin.
O, ik wou dat ik het wist.
Is er een reden dat ik er ben,
is er iemand die me mis.
En je kijk maar weer tv
omdat je toch wat wil.
Maar als de knop weer uitgaat,
is het leven toch zo stil.
Maar er is iemand op je wacht!
Er is iemand die naar jou lacht!
Het is maar even dat je het weet.
Maar er is iemand die jou niet vergeet.
Het is je hemelse Vader die op jouw wacht.
Het is Hij die naar jou lacht,
het is maar even dat je het weet.
Maar het is Hij… die jou niet vergeet.