Ongeduldig week ik de blikken,
nu duidelijk en noch onzichtbaar,
strak op mij gericht.
Is het slechts een nachtmerrie
en word ik straks wakker met een schok?
Ik nam langzaam aan,
dat ik daar echt moest gaan staan.
Nog stil hopend en biddend strompelde
ik langzaam naar voren.
Schuifelend nam ik mijn onzekerheid mee.
Nu was ik duidelijk zichtbaar,
maar ik had nog steeds geen antwoord klaar.
Schor, mompelde ik het antwoord van de vraag,
meneer knikte goedkeurend
en ik liet me….. opgelucht
weer vallen op mijn stoel.
Emma