In ‘t donker
kijk ik op
mezelf neer
en zie
alleen mezelf
lijkt alles
troosteloos
doet zeer
en nergens
is meer zicht
er sijpelt
licht
dat kiert door
m’n gevouwen
handen
dit licht
dat raakt
m’n ogen
aan
schijnt
door de vensters
van de pijn
Mijn God,
dat Licht
zó licht kan zijn
Cobie Verheij-de Peuter