Ik moet gaan nadenken
wat nu het beste is.
Maar ik wil niet meer denken.
Ik moet erover praten
gaan overleggen.
Maar eigenlijk wil ik niet meer.
Ik moet gaan vechten
en zorgen voor mijzelf.
Maar ik heb geen zin meer om te strijden.
Ik moét nog zoveel!
Maar ben de “wil” kwijt.
Alles is zo dubbel.
Ik spreek mijzelf steeds tegen.
Misschien is het beter
het gewóón maar te doen.
Sven