Hij dacht altijd dat het stoer was
om op straat te hangen.
Nu dat zijn dagelijkse gewoonte is
is hij er niet zo zeker van
hij zwalkt in een doodlopende straat
zonder doel, zonder te scoren.
Zijn gedachte is niet zo helder meer
zijn hele leven is vervuld met angst
de verslaving kostte hem alles
samen met zijn vrienden van de straat.
Alleen de naald houdt hem nog rustig
als hij het nog kan betalen.
Op zijn botten zit geen vlees
hij staat slapjes op zijn benen
zonder eten zonder geld.
Wat begon als stoer te doen
is een dagelijkse strijd geworden
samen met zijn vrienden van de straat.
Cees van Wijgerden