In haar ogen ligt
een pijnlijke stilte.
Ze wacht weer op de
de pijn die komen gaat
woorden vallen in het niets.
De storm in haar lichaam
die weer zachtjes komt aan sluipen.
Het verdriet de pijn zo onpeilbaar.
Het is stilte
voor de storm die komen gaat.
Praten heeft soms geen zin meer.
Zo graag zou ik het bij je verlichten.
Maar deze ziekte is niet te stuiten
Met verwondering zie ik hoe je vecht.
Je wilt blijven doorgaan.
Melanie