Het leven gaat door,
als een trein die niet stopt.
Die maar raast, met een vaart.
En alles gaat voorbij,
gaat voorbij.

Ik neem met me mee.
Wat ik heb, hou het vast.
Laat niet los, als een last.
Bang dat het verdwijnt,
dat het verdwijnt.

Als ik moe ben dan kan ik niet slapen, ik wacht.
Maar de zorgen voor later, voor morgen
ze blijven maar komen.
Ze spoken door mijn hoofd
en is dit nu het leven.

Ik mis de momenten van rust.
De vrijheid, de ruimte, de kracht en de liefde.
Van waar ik in geloof.
Want als ik val wil ik vertrouwen,
dat ik zal landen.

Want als ik val wil ik vertrouwen,
op eeuwige handen
en als ik val.
De wereld is groot
en ik voel me te klein.

Dus ik vlieg en ik ren.
Want ik moet iemand zijn,
moet iemand zijn.
Bang voor de stilte,
de druk van de dag.

Voor alles en niets.
Voor wat er wordt verwacht,
van mij verwacht.
De mensen, ik voel dat ze denken,
ze kijken, ze praten.

Ik voel me verlaten
en al is er geen reden.
Ze spoken door mijn hoofd.
En is dit nu het leven, ik mis de momenten van rust.
De vrijheid, de ruimte, de kracht en de liefde.

Van waar ik in geloof.
Want als ik val wil ik vertrouwen,
dat ik zal landen.
Want als ik val wil ik vertrouwen,
op eeuwige handen.


Irma Dee http://www.prodigaldaughter.nl/