Ik zong het hoogste lied,
op daken van huizen.
Ik vloog van boom tot boom
en hoorde de wind zachtjes ruizen.

Sierlijk vloog ik door de lucht
en genoot van elk moment.
Maar zag ook beneden, hoe de mensen
van elkaar zijn afgewend.

Ik zag de haat en het onrecht
en hoe kinderen moeten lijden.
Soms dagen moeten leven
zonder lekkere maaltijden.

Zoveel onrecht gezien vanuit de lucht,
slaak ik een diepe zucht:
Ik kan helaas niet vliegen, dit niet overwinnen
dus stop ik maar, want kan niet blijven verzinnen.

Maar toch, als ik een vogel was…
Zong ik het hoogste lied.
En vertelde aan de mensen,
waarom toch zoveel verdriet.

Dit gedichtje is zo eenvoudig.
Eigenlijk.. een wens.
Maar ik ben zoals iedereen,
gewoon maar… een mens.

Cees van Wijgerden