Je gezicht schuilt achter een masker.
Je lach is verdwenen,
de ziekte neemt bezit van je.
Je kijkt me aan zonder gevoel
en zo vecht je
om nog even bij ons te zijn.
Je ogen vragen
“Waarom ?”

Zoekend naar antwoorden,
dwaal ik door het leven.
Je bent nog zo jong.
Het is niet eerlijk.
Woorden vallen in het niet.
Juist misschien op dit moment,
in deze leegte
kan ik je niet meer bereiken.

Het is niet eerlijk,
maar ik moet je laten gaan.
Ik hou van je,
maar….ik weet
dat ik je moet loslaten.
Het gevecht tegen de dood begint.
De ziekte die
je lichaam langzaam kapot maakt.

Je ogen spreken,
ik ga naar mijn Vader.
Laat me nu maar gaan,
ik heb genoeg geleden.
Mijn tijd wordt Zijn tijd.
Daar zal ik rust vinden
geborgen in het Vaderhuis
met zijn vele woningen.

Cees van Wijgerden