Gelukkig zijn de mensen die om zichzelf kunnen lachen:
ze kunnen hiervan nog lang genieten.

Gelukzalig zij die het leven bekijken vanuit de kleinste dingen
en met rust de moeilijke dingen:
zij schoppen het ver in hun leven.

Gelukzalig zij die kunnen genieten van een glimlach
en een somber gezicht vergeten;
de zon en de maan geven licht op hun weg.

Gelukkig zij die het verschil zien tussen een berg
en een molshoopje:
zij maken van een mug geen olifant.

Gelukkig zij die zo intelligent zijn
dat ze twijfelen in zichzelf;
zij zullen door hun omgeving gewaardeerd worden.

Gelukkig zij die kunnen zwijgen en luisteren;
zij zullen veel nieuwe dingen leren.

Gelukkig zij die eerst nadenken alvorens te handelen,
maar voor het nadenken eerst bidden: 
zij zullen heel wat stommiteiten vermijden.

Gelukkig zij die God mogen kennen
in alles wat zij doen.
Die hebben het echte licht
en wijsheid gevonden.