In het schemerlicht van de lantaarn zag ik hem staan.
De regendruppels flonkerden in het licht,
rond de klok van zeven uur.
Ik keek hem verwonderd aan:
een zeiknatte kop,
ogen die boekdelen spraken.
- Wat ben je vroeg?
"Tja…"
- Wat zie je eruit, man!
"Tja…"
- Kom mee naar binnen,
daar is ’t warm.

Het hoge woord kwam eruit.

Met een hart vol medelijden,
warme chocolademelk,
m’n broodtrommeltje… snel leeg,
begon m’n dag.
07.15 uur.

Na op je dertiende jaar de hele nacht
rond te hebben gezwalkt door het dorp,
krijg je wel honger en dorst.

Tja…
Dat heb je als pa en ma ruzie krijgen
en geen oog meer hebben voor hun eigen kinderen,
alleen maar voor hun eigen ik,
hun eigenbelang,
hun eigen situatie!

Ouders…? Geld, werk…, shitzooi!

Eigenlijk hadden ze hem niet gewild.
Een ongewenst kind.
Tja…
Hij zit ermee… en ik ook.
Opeens stond hij op, keek me aan,
en zei: “Ik… kom bij jou wonen.”

Straatkinderen in Brazilië?
Hier ook!

Cees van Wijgerden