Ik lees dat je honger lijdt
in de krant aan de ontbijttafel.
 
Ik denk aan je
dat jij het koud hebt zonder kleren
al wachtend in de rij bij de kassa
voor mijn nieuwe winter jas.
 
Ik zie
dat jij geen plek hebt om te wonen
zittend op de bank voor de tv.
 
Jij zegt me
dat je honger heb
ik zwijg en kijk je aan...
 
Jij zegt me
dat jou hart de plek is waar je woont.
Ik zwijg en zie de neuzen van mijn schoenen
en ik voel me koud, kil en leeg...
 
Esther Westplate