Ik ben alleen.
Niemand om me heen.

Ik ben weggelopen van thuis.
Mijn vader altijd voor de buis.

Ik loop op straat.
Want mijn broer slaat.

Niemand geeft om mij!

Mijn moeder is dood.
Door dit alles lig ik in de goot.

Hoe zal het verder gaan?
Ik kijk naar de maan.

De dag is weer om.
Achteraf was het stom.

Ik word wakker van de vogels in de boom.
En kijk verdwaasd rond…….
gelukkig het was maar een droom.

Gewoon een tiener