Straatkinderen:
Er loopt een meisje in een straat
een straat zonder begin of eind.
Omringd door hoge gebouwen
gebouwen zonder onderdak.
Vele bomen
met een groot donker bladerdak.

Geen zicht op de sterren
geen glimp van de maan.
Ze wil verder lopen,
ze wil doorgaan,
maar elke stap die ze maakt
gaat ze niet vooruit.

Ze lijkt niet
op de mensen van hier.
De mensen met een toekomst,
mensen met plezier.
Langzaam begint ze te verstarren
Wordt ze van steen.

Voor altijd opgesloten.
Nergens heen.
Zwerft,
van de ene naar de andere dag.
Doelloos, hulpeloos,
een straat zonder begin of eind.
 
Stil en verlaten
niemand om je heen.
Stil en verlaten
waarom zo alleen.
Stil en verlaten.
Enkel verdriet.
Stil en verlaten
maar…… niemand die het ziet.

sweetie