Ze hadden er over gehoord,
in hun ellende.
Een ver land waar mensen
in mooie huizen wonen.

Waar voedsel genoeg is,
waar je kunt zeggen,
wat je wilt.
Waar werk is,
waar mensen in dure auto's rijden.

Ze wisten ook wel,
dat het misschien zou tegen vallen.

Maar ze wilden erheen,
gelokt door de welvaart.
en door vrijheid.

Toen ze aankwamen
zonder enig bezit,
zagen ze dat,
er niet zoveel vrijheid was.
Veel politie en dranghekken
en de mensen waren ook niet zo vriendelijk.

Ze vroegen:
Wat kom je hier zoeken?
We hebben voor jullie geen werk.
We hebben geen huizen.
En om te eten moet je werken,
en om een auto te rijden moet je eerst geld verdienen.

En ze werden na zes jaar terug gestuurd
naar hun burgeroorlog
hun ellende.
en ze begrepen het niet.

En de mensen zeiden:

Wat komen ze hier toch zoeken?
Niemand heeft ze toch gevraagd
om hierheen te komen.

Naasten liefde?

Als wij in hun schoenen stonden?

Auteur onbekend.