Een prater ben ik wel,
maar woorden zijn vaak de mist,
of de sluier,
om mijn werkelijkheid,
het echte moeilijke,
en diepere,
 niet in woorden te vatten
“ik” . 

Een prater ben ik wel,
sluierloze sympathieke woorden,
en zinnen die laten zien,
wie je echt bent,
wat je beweegt,
wat je beoogt,
bewegen in het hart alleen

Een prater ben ik wel,
de onbereikbare tonen,
die je wilt zingen,
blijven ongehoord,
verblijden slechts je ziel,
en klinken onhoorbaar,
in het theater van echtheid

Een prater ben ik wel,
en wanneer je,
heel dichtbij,
van binnen luistert,
dan hoor je 't zwijgen,
de klanken van,
van mijn ziel.

Een prater ben ik wel,
een mist van woorden,
waar de zon,
door heen schijnt,
breekt,
en glans schenkt,
glinsterend goud.

Jan Willem