Ik dacht weer eens aan jou.
We waren weer samen – slechts een droom.

Ik werd weer eens zwetend wakker.
Maar ik huilde niet – ik had genoten van jouw gezelschap.

Het was slechts een verwarring in mijn hoofd,
een foutje in mijn slaap,
zelfs sprookjes zijn nog geloofwaardiger.

Jij was er de hele nacht.
Stond naast mijn bed – waar je altijd stond.

Jij verdween langzaam met de maan.
Maar je huilde niet – je lachte.

Het was slechts een verwarring in mijn hoofd,
een foutje in mijn slaap.

Want jij bent hier niet meer…


Emma