De zee is als mijn adem.

Eb en vloed, hoog en laag
stormen en kalmte
wisselend en zich herhalend
onontkoombaar zijn ze
Ik wil de zee niet zijn riep ik
ergens opende iemand de ogen
en riep terug
maar ik was al weg.

Ik had het gemist
of dacht dat het wellicht
verbeelding was
ik was al meegevoerd
op de golven.

en wuifde

Willemieke