Hoog en breed en dik was de stalen deur... 

een stem uit een stalen kastje aan de muur,
vroeg mij, wie ik was en waarvoor ik kwam.
Een klik en de poort ging open.
Staande op de binnenplaats voelde het benauwd.

Een kille stem sprak door een microfoon “U kunt naar deur D”.
Weer een klik, het hek viel achter mij dicht.
Tien deuren en poorten volgden nog,
koud en kil waren de gangen.

Een totaal andere wereld, geen alledaags gebeuren,
dit moet je een keer hebben meegemaakt
wil je het leven van een gedetineerde begrijpen.
Ik bedoel………. ze zitten er niet voor niets, maar toch…..

Na een controle van een halfuur, was ik bij hem,
verdriet stond in zijn ogen,
het bezoek was één en al…. een tranendal.

Mijn eerste gedachte was: eigen schuld dikke bult,

In mijn binnenste klonk een stem, Jezus zei:

“Zeven maal zeventig maal heb ik jou vergeven”.
Langzaam kreeg ik het gevoel van medelijden.
Wie ben ik…..om een ander niet te vergeven?

Ik keek in zijn betraande ogen,

en zag een hulpeloos stukje mens, waarbij zijn handen iets
hadden gedaan wat absoluut niet door de beugel kan en mag.
Nog steeds kan ik het niet begrijpen,
hoe zoiets kon gebeuren, en hij zit nog wel een poosje.

Stil luisterde hij naar mijn bemoedigende woorden,
ik bid elke dag voor je,
en ik hoop dat God je wil geven rust en liefde. 

Zittend langs de rivier de Waal schrijf ik dit op en jij zit vast.
Even mediteren over mijn leven.
Eén punt heb ik hiervan geleerd, dat wij mensen snel oordelen,
maar als we onszelf eens in de schijnwerper zetten?

Na een uur sprak er een stem:

“Het bezoek is afgelopen, beëindig het gesprek.”
We worden nog afgeluisterd ook!
Elke vorm van vrijheid is weg en op de terugweg door
alle hekken en poorten snakte ik naar vrijheid.

Toen de grote stalen deur achter mij dicht viel haalde ik
diep adem. Vrij zijn.

Na dit te hebben opgeschreven kijk ik naar de rivier,

vlak voor de krib waarop ik zit komt een schip langs.

Verbaasd kijk ik naar de naam van het schip,
“de Volharding”.

Toeval? Ik denk het niet.

De volgende bezoeken aan hem,
gaven mij moed om door te blijven bidden voor hem.

Cees van Wijgerden