Maandag 6 december 1999.
Je belde, of dat ik nog even langs wilde komen,
want je hoopte een paar dagen thuis te zijn. 
 
Woensdag 8 december.
Je was eindelijk thuis, lag op de bank, en vertelde,
vertelde dat je nog hoop had, een sprankje hoop.
Je liet me de tabletten zien, een tafel vol.
Toen ik wegging, zei je:
“Ik hoop nog eens in een vrachtwagen te rijden.”

Donderdag 9 december.
Onverwachts weer naar het ziekenhuis.

Vrijdag 10 december.
Je belde en huilde: de uitslag was negatief.
Je lag in het ziekenhuis in Den Bosch.
"Cees, wil je nog even komen? Nu kan het nog."

Met lood in m'n schoenen ging ik naar je toe.
Hoe tref ik hem aan?
Vol met vragen ging ik de lift in.

Etage 6.

Lopend door een rij van kerstbomen
zocht ik naar je kamer.
Tweede kerstboom rechtsaf.

Stil lag je daar in een donker vertrek.
Een rot gevoel maakte zich van me meester.
Is dit een film of is dit echt?
Je gaf me een hand, en zei:

"' t Is over, ik wil niet meer,
't is nu maar wachten, wachten tot 't komt."

"Kan ik nog iets voor je doen?"
"Ik wil dat jullie allemaal  komen,
op m'n begrafenis."

Luisterend naar het verhaal van een vijftienjarige,
zocht  ik naar woorden.
Ach.. het hoefde eigenlijk niet;
jij deed het woord.

De rust en kalmte die jij uitstraalde,
gaf  me rust.
Soms zakte je weg.
Het werd tijd om weg te gaan.

Nog een laatste handdruk,
een blik uit je ogen,
die spraken van afscheid.

"Maurice, je weet wat ik je heb geschreven."
"Ja, Cees, ik weet 't:
'Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer' - psalm 139."

Leeg liep ik weg, toch nog blij,
dat ik even bij je ben geweest.

Zaterdag 11 december ben je van ons heengegaan.
Zeven dagen van mijn leven.
Waren die zinloos?
Dit is de vraag die me bezighoudt:
Vijftien jaar, en dan al moeten sterven aan kanker.


De troost die ik heb kunnen vinden,
stond op je grafzerk:
“Scheepje onder Jezus' hoede”.

Cees van Wijgerden 

Het schip van de wind ligt gereed voor de reis.
De zon en de maan zijn sneeuw witte rozen,
de morgen en de nacht twee blauwe matrozen.
We gaan terug naar het paradijs.

Een deel van zijn reis
zijn we met hem mee mogen gaan.
In ’t volste vertrouwen is
Maurice alleen verder gegaan.
Ons rest alleen herinnering.
 

 Muziek: Agnus Dei uit het Album  "Worship" van Michael W.Smith

Worship<br />Michael W. Smith
Worship
Michael W. Smith