Ik vluchtte weg in allerlei dingen,
zover mogelijk van u vandaan.
Maar het gaf me geen rust,
geen voldoening in mijn leven.
zover mogelijk van u vandaan.
Maar het gaf me geen rust,
geen voldoening in mijn leven.
Steeds liep ik voor u weg,
bang om mijzelf te verliezen.
Mijn eigen “ Ik” stond voorop,
want ik moest sterk lijken.
bang om mijzelf te verliezen.
Mijn eigen “ Ik” stond voorop,
want ik moest sterk lijken.
Totdat ik flink op mijn bek ging,
vastliep en onrustig werd.
Het werd donker om mij heen
en het leven had geen zin meer.
vastliep en onrustig werd.
Het werd donker om mij heen
en het leven had geen zin meer.
Toch had u al die keren mij aangekeken.
Steeds uw hand naar mij uitgestoken.
Maar ik draaide mij steeds weer om,
ik dacht dat ik het zonder u wel kon.
Steeds uw hand naar mij uitgestoken.
Maar ik draaide mij steeds weer om,
ik dacht dat ik het zonder u wel kon.
En nu in deze stilte vraag ik u:
Verberg mij nu, onder uw vleugels Heer.
Houd mij vast in Uw sterke hand
en laat mij niet meer los.
Verberg mij nu, onder uw vleugels Heer.
Houd mij vast in Uw sterke hand
en laat mij niet meer los.
Cees van Wijgerden