Hij stond vanaf een geweldige hoogte
op zijn voetstuk
naar me te zwaaien
met een lichte buiging
een spotlachje op zijn tronie.
Daar sta je, dacht ik.
Ooit zal ik naast je staan.
Wat ben je toch sterk
ontzettend wijs
zoveel ervaring heb jij.
Hij stond vanaf een geweldige hoogte
op zijn voetstuk
zelfverzekerd.
Medailles op zijn revers
goed bedoelde status.
Tot die ene dag
dat er iets gebeurde.
Waarover ik me verbaasde.
Je verloor de macht over het stuur
je schoot de weg af.
Je botste met de klassen.
Met collega’s.
In je vaart raakte je ook mij.
Ik die jou zo adoreerde
zo naar je stond te kijken.
Je beheerste jezelf niet
schreeuwde je onredelijkheid uit.
En je viel
voorover
gebroken van je voetstuk.
Ik sta nu vanaf een geweldige hoogte
op mijn voetstuk
naar je te zwaaien
met een lichte buiging
een spotlachje op mijn tronie.
Soms zie je en merk je als leerling iets
tussen volwassen mensen.
Een leerling: pientere Jan